Jutka Rona werd in 1934 in Boedapest geboren. Haar vader verliet Hongarije omdat hij zijn beroep als journalist niet vrij kon uitoefenen. Hij vertrok naar Amsterdam waar hij fotopersbureau ABC Press oprichtte. In 1936 liet hij vrouw en kinderen overkomen. Tijdens de oorlog moest de Joodse familie onderduiken. Tegen de wil van haar vader besloot Rona fotografe te worden. Na een jaar in Zweden in een donkere kamer te hebben gewerkt, volgde ze een schriftelijke cursus aan de Fotovakschool in Den Haag (1955) om zich als vrijstaand fotografe te kunnen vestigen.Na vrij reportagewerk in London en Amsterdam kreeg ze in 1958 de opdracht om setfoto’s en filmstills te maken bij Bert Haanstra’s Fanfare. In de jaren zestig en zeventig wijdde ze zich grotendeels aan film-, theater- en portretfotografie.
Daarna volgde een periode met veel reis- en reportagefotografie en vrij werk met een sociaal-bewogen insteek maar vooral mateloze nieuwsgierigheid. Rona verbleef veel in Hongarije, waar ze onder andere het leven van Holocaust-overlevenden onder de Roma vastlegde en een boek maakte over hoe haar leven eruit had kunnen zien als ze in Boedapest was gebleven. Ze overleed in 2016 in Amsterdam.